Ondertussen op de boerenmarkt

Het stond eerder op Gentblogt maar ik ben er wel trots op en het is ook een beetje groenten en al. Dus voor de mensen die Gentblogt niet l...

Het stond eerder op Gentblogt maar ik ben er wel trots op en het is ook een beetje groenten en al. Dus voor de mensen die Gentblogt niet lezen (foei) een tweede kans:

Zondagvoormiddaggrijs. Kleur op de boerenmarkt. De nieuwe oogst appels. Bloemkool, broccoli, wortels, radijzen, tomaten,…

Jaren geleden werd ons huis omsingeld door de velden. Vlas. Maïs. Aardappelen. Bloemkool. De plantjes werden groot, geoogst. Ik liet de provincie voor wat ze was.
Mijn grootmoeder kende als geen ander de kunst van het roosjes snijden, de rugpijn van het pretplanten,… Tussen haar huishouden en het opvoeden van zes kinderen sleet ze haar uren op de akkers, bij de boeren. Mijn moeder ziet ze nog elke dag wanneer ze hun oogst komen leveren om verwerkt te worden in handige porties voor in de diepvries, voor stadsmensen en mensen met een druk bestaan. Zij brengt de seizoenen mee naar huis. Het roosjes snijden zit haar nog in de vingers. Haar jeugd, toen men bij de boeren nog een mooie vakantiecent kon verdienen. De bloemkool die ik op de boerenmarkt koop, zal ik straks ook in roosjes snijden, de broccoli ook maar de handeling is mijn handen niet zo vertrouwd.

“Is dat groene kool?’

“Eh, eigenlijk is dat savooi”, zegt de man. Een stadsmeid zie ik hem denken.
Winterkost, denk ik. “Gewoon stoven, nee?”, vraag ik voor de zekerheid.
“Goh, meestal wordt daar stoemp van gemaakt…”, zegt de man die ik niet direct achter de kookpotten zie. Straks mijn hulplijn naar het thuisfront eens gebruiken. “Koken is niet altijd mijn sterkste kant”, haal ik mijn schouders op.
“Wat niet is, kan nog komen”, troost hij me.
Ik lach, reken af en neem een wortel. Uit het vuistje. Vers. Krokant.

Ik stop nu bij de plantjes. Andijvie, sla,… Mijn grootvader kweekte vroeger suikerbrood. Wij waren de enige van zijn kleinkinderen die dat aten, of beter moesten eten. Nu we het huis uit zijn staat zijn lochting wat minder vol.

“Hoeveel plaats heeft suikerbrood nodig?”
De man toont een afstand met zijn handen. “Twintig - vijfentwintig, zoals sla.”
Ik reken, als ik ze naast elkaar wil zetten heb ik de breedte van mijn tuintje. Dat wordt eerst onkruid wieden.
“Kunnen die ook in bakken gekweekt worden?”, vraag ik, de enthousiasteling indachtig die beweerde bloemkolen in bloempotten te hebben gekweekt, op een terras. Ik denk ook aan de pompoenen die nu op mijn terras bloeien.

De man kijkt bedenkelijk. “Zou je toch geen sla nemen? Dat moet wel lukken, denk ik.”
“Ik wil suikerbrood”, zeg ik beslist en koop vijf plantjes. Een experiment. Zestig cent. Er zijn zottere kosten.

You Might Also Like

0 reacties