stoplicht

Maandagmorgen. Een druilerige ochtend. De regen wil niet mee. Het water kruipt langzaam overal tussen maar niet van harte. Ik stop zuchtend ...

Maandagmorgen. Een druilerige ochtend. De regen wil niet mee. Het water kruipt langzaam overal tussen maar niet van harte. Ik stop zuchtend voor het stoplicht. Onwillekeurig kijk ik omhoog. Ze leunt tegen de vensterbank. Haar bleke armen steken af tegen haar zwarte topje. Zwart flatteert slechts weinigen. Zeker in dit licht. Of als de ochtend nog moet aanbreken. Haar houding straalt verdriet uit. Hij houdt haar vast. Streelt haar over de haren. De rug. Hij wil haar troosten. Zij draait het hoofd. Keert zich af. Het is te groot. Verdriet. Woede. Ik kijk opzij. Het is nog steeds rood, voyeur tegen wil en dank.

You Might Also Like

0 reacties