Kwestie van organisatie

Vanmorgen zit ik meteen proper en gewassen achter het scherm, niet eerst in pyama een hoop letterkes op het scherm doen verdwijnen. Maar het...


Vanmorgen zit ik meteen proper en gewassen achter het scherm, niet eerst in pyama een hoop letterkes op het scherm doen verdwijnen. Maar het heeft weinig zin, ik heb weinig meer geslapen dan de voorbije nachten en de feesten zitten daar maar voor een stukje tussen. Het was al weer iets later, maar de zonsopgang was nog lange tijd op zich wachten. Vanavond wordt een kanshebber met een vriendin van lang geleden. De mannen hebben hun zinnen gezet op het geweld van Boomtown, de vrouwen gaan naar de beats. Zij wil wel de nacht doorsteken en ik zie dat ook wel zitten. Ik hoop dat het virusje dat mijn lief te pakken heeft en mij slaaploze nachten bezorgt (snurken, woelen,...) zich koest houdt. Ik zorg alvast voor de goede schoenen, die van gisteren waren niet slecht om optredens te spotten, maar ik weet niet of ik het er nog drie uur langer op volgehouden had. Ik hou mijn boekje bij de hand en alles goed gaat komt daar wel een artikel uit. Zoals straks eentje over Flip Kowlier op PoléPolé, een geslaagde passage zoals dat heet. Niet in het minst omdat ik kon verbroederen met een enclave inwijkelingen. Hij herkende me van 10 à 15 jaar geleden in een lokale horeca-zaak, waar we werkten. En ik hoorde trouwens de mooiste madam: "mijn madam" en vooral de manier waarop hij het zei. Het was wel leuk om er niet alleen te staan, de rest miste mij bij Daan, maar ik had gewoon zin in een portie zomerse muziek en ik kwam niet bedrogen uit. Ook de oudere liedjes kregen een reggae-touch en zo kon ik mijn favoriete zin: "Nu dak unne nummer goe vanbutten kenne, Zin der hun redens mi voer u te beln, Enk zoet wel anders wil" nog eens meebrullen. Maar dat schrijf ik straks wel in mijn artikel op Gentblogt.

You Might Also Like

0 reacties