Op de trein

Zijn lijf is te groot voor zijn mentale leeftijd. Hij praat te luid. Zijn woorden herhalen wat hij iemand anders ooit hoorde zeggen. Woorden...

Zijn lijf is te groot voor zijn mentale leeftijd. Hij praat te luid. Zijn woorden herhalen wat hij iemand anders ooit hoorde zeggen. Woorden uit hun context. Hij maakt bellen met zijn speeksel, grimassen met zijn gezicht. En vraagt voortdurend waar we zijn en dan somt hij alle stations op. Hij zwaait als ik afstap en telt op zijn vingers de stations. Zijn het er nog drie? Of vier?

You Might Also Like

0 reacties